Fiche

Welk lidwoord, de fiche of het fiche? In het Nederlands bestaan er twee bepalende (ook wel: bepaalde) lidwoorden: de en het. De wordt gebruikt bij mannelijke en vrouwelijke woorden en bij meervouden, het bij onzijdige woorden in het enkelvoud. Welk bepalend lidwoord hoort bij fiche? De fiche of het fiche? Het antwoord is Het antwoord is zowel: de fiche & het fiche (beiden juist)

Adres

Welk lidwoord, de adres of het adres? In het Nederlands bestaan er twee bepalende (ook wel: bepaalde) lidwoorden: de en het. De wordt gebruikt bij mannelijke en vrouwelijke woorden en bij meervouden, het bij onzijdige woorden in het enkelvoud. Welk bepalend lidwoord hoort bij adres? De adres of het adres? Het antwoord is Het antwoord is: het adres 

Moment

Welk lidwoord, de moment of het moment? In het Nederlands bestaan er twee bepalende (ook wel: bepaalde) lidwoorden: de en het. De wordt gebruikt bij mannelijke en vrouwelijke woorden en bij meervouden, het bij onzijdige woorden in het enkelvoud. Welk bepalend lidwoord hoort bij moment? De moment of het moment? Het antwoord is Het antwoord is: het moment

Raam

Welk lidwoord, de raam of het raam? In het Nederlands bestaan er twee bepalende (ook wel: bepaalde) lidwoorden: de en het. De wordt gebruikt bij mannelijke en vrouwelijke woorden en bij meervouden, het bij onzijdige woorden in het enkelvoud. Welk bepalend lidwoord hoort bij raam? De raam of het raam? Het antwoord is Het antwoord is: het raam

Document

Welk lidwoord, de document of het document? In het Nederlands bestaan er twee bepalende (ook wel: bepaalde) lidwoorden: de en het. De wordt gebruikt bij mannelijke en vrouwelijke woorden en bij meervouden, het bij onzijdige woorden in het enkelvoud. Welk bepalend lidwoord hoort bij document? De document of het document? Het antwoord is Het antwoord is: het document

Ticket

Welk lidwoord, de ticket of het ticket? In het Nederlands bestaan er twee bepalende (ook wel: bepaalde) lidwoorden: de en het. De wordt gebruikt bij mannelijke en vrouwelijke woorden en bij meervouden, het bij onzijdige woorden in het enkelvoud. Welk bepalend lidwoord hoort bij ticket? De ticket of het ticket? Het antwoord is Het antwoord is: het ticket

Toilet

Welk lidwoord, de toilet of het toilet? In het Nederlands bestaan er twee bepalende (ook wel: bepaalde) lidwoorden: de en het. De wordt gebruikt bij mannelijke en vrouwelijke woorden en bij meervouden, het bij onzijdige woorden in het enkelvoud. Welk bepalend lidwoord hoort bij toilet? De toilet of het toilet? Het antwoord is Het antwoord is: het toilet

Nummer

Welk lidwoord, de nummer of het nummer? In het Nederlands bestaan er twee bepalende (ook wel: bepaalde) lidwoorden: de en het. De wordt gebruikt bij mannelijke en vrouwelijke woorden en bij meervouden, het bij onzijdige woorden in het enkelvoud. Welk bepalend lidwoord hoort bij nummer? De nummer of het nummer? Het antwoord is Het antwoord is: het nummer

Bos

Welk lidwoord, de bos of het bos? In het Nederlands bestaan er twee bepalende (ook wel: bepaalde) lidwoorden: de en het. De wordt gebruikt bij mannelijke en vrouwelijke woorden en bij meervouden, het bij onzijdige woorden in het enkelvoud. Welk bepalend lidwoord hoort bij bos? De bos of het bos? Het antwoord is Het antwoord is: het bos

Huis

Welk lidwoord, de huis of het huis? In het Nederlands bestaan er twee bepalende (ook wel: bepaalde) lidwoorden: de en het. De wordt gebruikt bij mannelijke en vrouwelijke woorden en bij meervouden, het bij onzijdige woorden in het enkelvoud. Welk bepalend lidwoord hoort bij huis? De huis of het huis? Het antwoord is Het antwoord is: het huis